Nanking
in het hedendaags Japan |
Publicatiedatum:
14 december 2003 |
De daden die tijdens oorlogen worden gepleegd, liggen altijd gevoelig. Zelfs al waren alle Duitsers niet op de hoogte van de gruweldaden die door het Nazi-regime werden gepleegd, er gaat toch schaamte uit voor de daden gepleegd door medelandgenoten of vaders of grootvaders. Maar wat is de beste manier van omgaan met dat schuldgevoel? Is het goed om alles tot in de meeste gruwelijke details te vertellen aan het nageslacht of is het beter om te doen dat er nooit iets is gebeurd en verder te leven zonder de werkelijkheid bekend te maken? De keuze lijkt niet echt al te moeilijk; menigeen zou zeggen dat het onmogelijk is om de geschiedenis te ontkennen en dat dat zelfs niet gedaan mag worden zodat de volgende generaties kunnen leren van het verleden. Een volk zonder geschiedenis heeft niets dat het volk bindt, hoe hard die geschiedenis dan ook mag zijn. Toch blijkt deze mening niet gedeeld te worden door alle volkeren in de wereld. Neem bijvoorbeeld Japan. De daden die in de naam van het Japanse rijk zijn gepleegd zijn, en hiermee doel ik met name op de slachtpartij van Nanking (hoewel er ook nog talloze andere voorbeelden zijn), heeft men in Japan besloten te vergeten en te doen alsof er nooit iets is gebeurd. Er is flink geschrapt in schoolboeken, er wordt beweerd dat het om fictieve voorvallen gaat, gecreëerd om Japan in diskrediet te brengen, en zelfs de regering is nog steeds weerhoudend om met precieze feiten en stellingen te komen. Dit collectief geheugenverlies is op veel verzet gestuit, met name van het buitenland, maar langzaam maar zeker komt er vanuit het binnenland ook steeds meer roep om de waarheid nou maar eens een keer aan het publiek te leren. In haar boek The rape of Nanking: the forgotten holocaust of World War II haalt Iris Chang fel uit naar de Japanse regering en naar de manier waarop men met het Nanking geval is omgegaan. Zij redeneert dat terwijl iedereen de foto’s van Auschwitz en andere concentratiekampen wel kan dromen, er weinigen zijn bij wie de naam Nanking een belletje doet rinkelen. Hoe heeft dit voorval uit de wereldgeschiedenis kunnen verdwijnen? Eén van de redenen is volgens Chang de manier waarop de Japanse regering met het voorval is omgegaan. De Japanse regering heeft zichzelf nooit gedwongen toe te geven dat Japan schuldig is geweest aan oorlogsmisdaden. Hierdoor is het onderwerp Nanking zeer gevoelig komen te liggen in Japan. Chang noemt voorvallen van meerdere prominente Japanners (Ishihara Shintaro, Nagano Shigeto, Fujio Masayuki, etc.) die nog stug volhouden dat Nanking niet meer is geweest dan een sprookje van China. Stuk voor stuk houden ze vol aan argumenten dat de bronnen niet duidelijk zijn, de getallen overdreven, de Japanners niet agressief en de ooggetuigen leugenaars. Naast het ontkennen door de regering van het voorval, vindt ook een grote mate van censuur plaats in vooral schoolboeken. De hele oorlog lijkt wel uit de geschiedenisboeken te zijn geschrapt. Een goed voorbeeld dat Chang gebruikt is het verhaal van een leraar wiens studenten bijna niet wisten dat Amerika en Japan in oorlog waren geweest laat staan wie er had gewonnen. De dappere voorvechter om het censuur te wijzigen is Ienaga Saburo, die een lang gevecht met de regering om het door hem geschreven schoolboek uiteindelijk in 1970 won in de rechtszaal. Het belangrijkste wat hij hiermee heeft bereikt was het ontslag van de toenmalige minister van educatie Fujio Masayuki. Ook heeft het voor het bewustzijn gezorgd dat het voorval niet meer iets was dat viel te negeren. Maar ook de Japanse academische wereld is niet vrij van vooroordelen op dit gebied. Er wordt tot op heden zeer weinig onderzoek gedaan op het vlak van het Nanking voorval. Sommigen beweren dat er nog niet genoeg tijd voorbij is gegaan om het onderwerp bestuderend waardig te maken, of voor historici om Japan te ervoor te veroordelen. Weer anderen, veelal conservatieve ultranationalisten (Nobukatsu Fujioka) pleiten voor Japan door te beweren dat er minder mensen zijn vermoord dan er wordt beweerd, de meeste inwoners guerrillastrijders waren, of dat de zogenaamde seksslaven gewoon prostituées waren. Het meeste serieuze onderzoek wordt tot nu toe vooral door mensen buiten de traditionele academische gemeenschap gedaan, zoals Ono Kenji die in zijn vrije tijd onderzoek heeft verricht onder de veteranen. In verdere debatten over de slachting zijn er twee kampen ontstaan. Aan de ene kant staat de “slachtingfactie”, bestaande uit Hora Tomio, Honda Katsuichi en hun sympathisanten. Dit is de factie die het taboe van de slachting probeert te doorbreken zodat eindelijk de waarheid kan worden verspreid. Aan de andere kant van de rivier staat de “illusiefactie”, hoofdzakelijk geleid door Suzuki Akira en Tanaka Masaaki. Deze factie houdt stug vast aan stelling dat de slachting van Nanking nooit is gebeurd of in ieder geval dat het niet echt een serieus geval is geweest. Het weghalen van de censuur van de regering en van de media en het vertellen van de waarheid aan de mensen brengt opoffering met zich mee. In dit geval ook omdat veel mensen de waarheid niet willen omhelzen en in veel gevallen niet eens horen. Degenen die de nieuwe visie proberen te verkondigen worden daarom dus ook veelal slachtoffer van bedreigingen en in enkele gevallen ook van moordaanslagen. Het genoemde voorbeeld hierbij is het geval van Motoshima Hitoshi. Motoshima maakte de vergissing om te zeggen dat in zijn mening en naar zijn onderzoek de schuld van de oorlog toch wel bij de keizer was te zoeken. Dit resulteerde in vele protesten tegen hem, een poging om hem uit zijn ambt te zetten en uiteindelijk zelfs een aanslag op zijn leven. Het is dus niet makkelijk een mening aan te nemen die tegen de publieke opinie gaat. Het is naar mijn mening essentieel om kennis te hebben van de geschiedenis. De geschiedenis heeft onze maatschappij gevormd zoals die nu is en geschiedenis blijft dezelfde maatschappij vormen. Om een heel volk te hersenspoelen en te censureren is naar mijn eigen mening niet de goede manier om met een schuldgevoel uit het verleden om te gaan. Een volk onthouden van haar eigen geschiedenis is als een kind onthouden van zijn eigen moeder. Door de (onmogelijke) poging om het pijnlijke verleden van de oorlog te doen vergeten wordt het verleden alleen erger en blijft dat verleden steeds maar weer sterker terug te komen. Ik zal niet degene zijn die zal zeggen hoe het geheugen van een maatschappij wel moet worden beheerd, maar er zullen betere manieren zijn. René Lourens. |
|
Auteur: René Lourens |
Reacties
Er zijn geen reacties op dit werkstuk.